Een markt met internationale allure
Het succes van de markt is voor een groot deel te danken aan de heer Tilney, de gecommiteerde voor de deelgemeente. Hij had al in 1850 grootse plannen met de markt: het zou een hal worden met internationale allure, waar handelaars en shoppers vanuit het hele land naartoe kwamen. Geïnspireerd op het Crystal Palace in het Londense Hyde Park groeide de markt al snel uit tot de grote trots van Leeds. En dat is ze nog steeds, dankzij de vele innovaties van architecten en ontwikkelaars. Zo werd van 1891 tot 1895 het koepelvormige glazen dak gebouwd om het oude met het nieuwe gedeelte te verbinden. In 1894 kwam er een gekoelde ruimte om verse vis te verhandelen. In 1899 volgden een vleesmarkt en een abattoir.
Als fenix herrezen uit de vlammen
In 1975 verwoestte een brand een groot deel van het prachtige uit staal en glas bestaande gebouw. Er waren geen slachtoffers, maar de winkeliers zagen hun moeizaam opgebouwde ondernemingen in één keer in vlammen opgaan. Het uit 1904 stammende voorste gedeelte en het karakteristieke glazen dak bleven gelukkig behouden, waardoor de markt na een paar dagen hard werken alweer open kon. De originele gewelven, stenen en pinakels van de ingang werden hersteld. De markt is uitgegroeid tot een icoon. Het indrukwekkende Edwardiaanse gebouw staat nu op de lijst van ‘speciale architectuur of historisch belang’ en is gewaardeerd met een eerste graad, die in het Verenigd Koninkrijk wordt gegeven aan gebouwen van buitengewoon belang.