Van Picasso en Dalí tot Serra en Koons
Twee decennia later is het letterlijk wervelende bouwwerk van Gehry nog steeds dé toptrekker van Bilbao. Van de 10.000 vierkante meter tentoonstellingsruimte is de helft bestemd voor wisselende exposities. In de overige galerijen hangen Warhol, Magritte, Picasso en Dalí. De 130 meter diepe Arcelor galerij biedt plaats aan 7 van Richard Serra’s gigantische sculpturen van roestend staal. Voor de deur staat een van de leukste kunstwerken: ‘Puppy’ (spreek uit: Poepie), een uit fleurige petunia’s opgetrokken metershoge knuffelhond van kitschkoning Jeff Koons. Wegwijs worden in deze titaniumkathedraal der moderne kunst kan met een gratis audiogids. Er is er ook een voor buiten, met tekst en uitleg over de architectuur. Zo leren we dat Gehry ook plannen maakte voor de Abandoibarra, het omringende haventerrein. Wie nog wil bladeren in de bibliotheek, snuffelen in de museumshop en luieren op het restaurantterras is met het Guggenheim zomaar een dag zoet.
Pretpark van moderne architectuur
Na Gehry’s Guggenheim kreeg Bilbao meer modern moois. En dat van zo’n beetje iedere toparchitect die voorhanden was: een futuristisch vliegveld van Santiago Calatrava, een flitsende metro van Norman Foster, een glazen festivalpaleis van Federico Soriano, en een blinkende wolkenkrabber van Cesar Pelli. Bilbao is een prachtig pretpark voor fans van moderne architectuur, maar het Guggenheim blijft dé blikvanger. En het zicht op het Guggenheim verveelt nooit, want de aanblik van het titanium is zo veranderlijk als het weer. Overdag spierwit tegen een strakblauwe hemel, ’s avonds pastelroze in het schijnsel van de ondergaande zon, en soms zacht lila na een Baskisch regenbuitje.
