De anatomie van een technotempel
Wie de rij en de portier heeft getrotseerd, stapt binnen in een ware technotempel. Op de begane grond bevindt zich een zaal met betonnen bankjes; er is een wandvullend schilderij van de Poolse kunstenaar Pjotr Nathan. Een stalen trap leidt naar de kelder van de 18 meter hoge turbinehal waar snoeiharde techno klinkt van beroemde dj’s als Luke Slater en Carl Craig. Boven in de Panorama Bar draait housemuziek – vanaf zonsopkomst zwaaien hier soms de jaloezieën open op de maat van de muziek. Wie het daglicht verdraagt, kan ’s zomers ook dansen in de tuin. Wie het juist liever nog wat duisterder heeft, kan terecht in de labyrintische darkrooms op elke verdieping. Wat betreft seksuele voorkeur loopt hier alles door elkaar, hoewel hetero’s zich meer boven ophouden en homo’s beneden. Berghain is op alle dagen (deels) open, maar op zaterdag begint de heuse uitgaansmarathon: om middernacht gaat de deur open en dan stopt het feest niet voor maandag – zelfs op zondagmiddag staat er nog een rij van zomaar een uur.
Het bal der geweigerden
Geheimzinniger nog dan wat er binnen gebeurt, is het deurbeleid. De portier is selectief omdat men alleen publiek binnen wil hebben dat bijdraagt aan de juiste partysfeer. Maar ook omdat de capaciteit van 1.500 personen maar beperkt is voor een club van wereldfaam. Op de populaire website Berlin-Life.com, waarop bezoekers uitgaansgelegenheden beoordelen, zijn de cijfers extreem: geweigerden geven een 1, zij die wél binnenkwamen een 10. Wat de criteria van de portiers precies zijn blijft mysterieus, maar groepen worden vaak geweigerd, dronkenlappen idem dito, net als vrouwen op hakken, mannen zonder make-up en toeristen die geen Duits spreken.